WAGNER @ THE POOL
Sardinie, zomer 2013
Het 6-
Amsterdam, september 1987
Een bakvis van 23 ben ik. Ik droom weg als Ivo Pogorelich Chopin speelt en lees de hele dag boze bloemen van Baudelaire. Mijn eerste opera in het Muziektheater is Wagner's Tristan en Isolde. Het minimalistische decor brengt een schok teweeg bij het publiek. Voor mij voldoen die paar blokken op het podium uitstekend. Een jong volwassen dweper heeft meer dan genoeg aan twee geliefden die eindeloos peinzen over opgaan in elkaar, in erotische extase, in de nacht, en in de dood.
Sardinie, zomer 2013.
Het kleine meisje heeft de zus van de duiker veroverd. Ze mag meedoen in het balspel dat de twee spelen met een groepje pubers. Het kind kan vangen noch gooien en verpest het voor iedereen. Ongeduldig duwt de duiker haar onder water. Veel lang. Toegelachen door meisjes met beginnende borstjes. Abu Graib Lite. Ik krijg geen adem.
Bayreuth, juli 2012
Volgens ingewikkelde academische theorieen, bestaan opera's pas als er een publiek
aan te pas komt. Ik ga u niets vertellen over processen van steeds veranderende waardetoekenning,
zingeving en normverandering in de ontvangst van kunstwerken. U voelt op uw klompen
wel aan dat er altijd op een nieuwe manier naar hetzelfde kunstwerk wordt gekeken.
De Tristan en Isolde die ik in Wagner's eigen Festspielhaus beleef, heeft niets te
maken met de voorstelling van een kwart eeuw geleden in Amsterdam. Ik heb intussen
teksten doorgeworsteld over hoe Thomas Mann de atheïstische metafysica van Tristan
roemt. Hoe het verlangen in het eerste akkoord niet wordt opgelost in de muziek en
Wagner daarmee het einde van de tonaliteit aankondigt. Enz. enz.
Die kennis belet
me godzijdank niet om betoverd te raken door de muziek. Plotseling ben ik aan het
einde van de tweede akte in tranen. Destijds merkte Koning Marke niet op. Toen ik
het libretto ter voorbereiding herlas in de trein naar Neurenberg ook niet. Maar
de scherpe regisseur en de zachte zanger maken van deze Marke een vriend naar ie
ik altijd al heb verlangd. Als hij het liefdespaar betrapt, volgt geen woede uitbarsting.
Waardig schrijdt hij naar Isolde en teder knoopt hij de bovenste knoop van haar jasje
dicht. Meer bekommerd om haar schaamte dan zijn eer. Dit is geen van zijn voetstuk
gevallen machthebber. Maar een mens, ontredderd door eenzaamheid. Zijn beste vriend
en zijn geliefde ineens kwijt. "Waarom?" vraagt hij hun telkens. "Waarom?". Jullie
hebben mijn hart verzacht na de dood van mijn vrouw. En nu treffen jullie me juist
daar waar ik het kwetsbaarst werd. Met dat gebaar ontmaskert hij de zelfzuchtigheid
van Tristan en Isolde's passie. Die hij na Brangaene's biecht vergeeft. Vanaf nu
is Marke mijn held in deze opera.
Sardinie, zomer 2013
Snikkend valt ze in mijn armen. "Hij heeft me zo diep in het zwembad gegooid, ik verdronk bijna!". Eerst wil ik de nek van dat rotjong omdraaien. Dan denk ik aan Marke. En geheel tegen mijn gewoonte in zeg ik iets verstandigs: "Blijf bij je gevoel. Stop met uitdagen. Zeg dat je bij hem wilt horen en dat zijn gepest je verdrietig maakt." 's Avonds draagt ze een zwart kanten jurkje. Afrikaanse vlechtjes sieren haar gebronsde snuitje. De Italiaanse kermis begint laat. Hij fluistert hoe mooi ze is en trekt haar een attractie in. Ze kruipt tegen hem aan.
Wagner.
Bombastisch, traag, zwaar?
Zeker. Maar hij kent ook de gebruiksaanwijzing van
verbondenheid.
Chazia