SOURCE OF INSPIRATION
Schitterend thema koos het Holland Dance festival dit jaar!Kunstenaars trekken altijd
zo'n leuke interessante frons in hun voorhoofd als ze over hun bronnen van inspiratie
spreken en publiek zwijmelt bewonderend als ze dan naar hen luisteren. Als het gaat
om de rol van inspiratie in het scheppingsproces, heb je verschillende scholen. De
romantische benadering spreekt natuurlijk het meest tot onze verbeelding. Romantici
zien inspiratie als een bijna goddelijk dictaat. Een ondefinieerbaar 'iets' , vanuit
de hoogte, of nog liever, de diepte, leidt de kunstenaar. Deze beschikt nauwelijks
over de wilsvrijheid om aan die drang te ontkomen. De opgewekte variant van deze
visie hoorde ik ooit van Renate Dorrestein. Zij vertelde me dat verhalen zomaar in
de lucht zweven. De schrijver hoeft als het ware maar een vlindernetje op te houden
om ze te vangen. Een sprookjesachtig beeld. De treurige variant vormde het thema
van de film Black Swan. Een jonge ballerina is de volmaakte witte zwaan voor Tsjaikovski's
Zwanenmeer, maar haar choreograaf acht haar te weinig gepassioneerd om de boosaardige
zwarte zwaan te kunnen dansen. In een obsessief verlangen de glansrol toch te bemachtigen,
daalt de danseres af in de duisternis van haar eigen ziel en van de nachtelijke
stad. Haar wanhopige experimenten met mannen en drugs eindigen in psychoses, zelfverminking
en een iets te overtuigende vertolking van de stervende zwaan aan het einde van de
voorstelling. Al ziet ze veren uit haar huid groeien, haar laatste woorden klinken
gelukkig: 'I felt it. Perfect. It was perfect.' Dit beeld van de klassieke danswereld
was goed voor tientallen miljoenen dollers, 5 oscarnominaties en het gouden beeldje
voor actrice Nathalie Portman. Zo willen wij kunstenaars zien: met compromisloze
overgave, bereid om te verzuipen in de bronnen van hun inspiratie.
De poetes maudits
van de 19e eeuw: Rimbaud, Verlaine en Baudelaire etaleerden zichzelf graag als overgevoelige
wezens die elegant onder hun artisticiteit leden. En nog steeds smult het publiek
van de levensverhalen van Callas, Mozart, of Wagner, wiens mythologische personages
altijd een vader misten. Net als hijzelf. Na de dood van Amy Winehouse publiceerden
alle kranten lijsten van grote artiesten die ook aan een tragisch einde kwamen op
hun 27e. De burger wil excessen op het podium en sereniteit in het eigen leven, schreef
een criticus ooit. Ja, wat voelen we ons verstandig en evenwichtig als we ons spiegelen
aan deze grootheden. Nee hoor, zoveel roem en geestesziekte hoeven wij niet!
Er is
ook een meer nuchtere kijk op inspiratie. Ooit vroeg ik modeontwerper Mart Visser
hoe hij toch op de ideeen komt voor twee haute couture collecties per jaar. Hij vertelde
hoe hem op de academie was geleerd dat alles bron van inspiratie kan zijn. Zijn docent
hield ooit een half glaasje kraanwater in de lucht. Als je er de eigenschappen van
ontleedde: vloeibaar, koel, transparant... kon je die op je eigen wijze vertalen
naar naar stoffen, vormen en vrouwen.
Componist Louis Andriessen gaat uit van de
mathematische benadering van de muziek. Hij is allergisch voor alles wat zweemt naar
vals sentiment. Artiesten die hun emoties van de daken schreeuwen, vertrouwt hij
voor geen cent. Tellen, patronen uitwerken, bijvoorbeeld de vorm van een kathedraal,
daar gaat om. En de discipline om iedere dag op hetzelfde tijdstip achter de piano
te gaan zitten, te eten en te rusten. Reinbert de Leeuw vertrouwde me tijdens een
researchgesprek toe dat zijn goede vriend waarschijnlijk zo vasthield aan die strengheid
uit zelfbescherming. Wat was ik opgelucht: Louis is dus toch kwetsbaar! Zo zeer zelfs,
dat hij het verbergt onder Spartaanse zelfbeheersing. Mijn verlangen naar romantiek
was verzadigd.
In een interview met Hugo Claus heb ik jaren geleden zitten vissen
hoe persoonlijke herinneringen veranderden in literaire teksten. De meester reageerde
geirriteerd: 'Laatst wilde een journalist ook zo tot me doordringen. Toen heb ik
hem verzocht om dat penetreren ergens anders gaan doen." Maar ik bleef zeuren en
uiteindelijk onthulde hij dat het verraad in de novelle 'Het laatste bed' was gebaseerd
op het klikken waartoe hij ooit op de Franstalige nonnenschool werd gedwongen. Wie
er een woord Vlaams sprak, moest een groot bord met schuldbekentenis om zijn nek
dragen. Daar kon je alleen vanaf komen als je een andere leerling aan gaf. Maar hij
zei onmiddellijk dat het in de letteren niet gaat om het emotioneel verwerken van
een dergelijke ervaring, maar om de bijna ambachtelijke stylering ervan op papier.
Heel
anders denkt de hoofdpersoon in het boek IM van Connie Palmen. Connie en haar Ischa
maken op een dag ruzie om een jeugdherinnering van Connie aan haar broer. Ischa heeft
de gebeurtenis namelijk verwerkt tot een Dikke Man column en Connie voelt zich bestolen.
De inspiratiebron, de ervaring, wordt dus gelijk gesteld aan de creatie zelf. Ischa
meent dat zij deze herinnering later best nog eens kan gebruiken. Mij lijkt dat een
logische conclusie. Verhalen uit de Bijbel of de Griekse mythologie worden per slot
van rekening eindeloos gerecycled. En ieder kunstwerk dat uit deze bronnen put, drukt
weer iets anders uit. Tussen bron van inspiratie en kunstwerk staan noeste arbeid,
ervaring, vakmanschap, en meedogenloos schrappen en weglaten.
Zoals danser Tim Persent
zegt: Ik breng lange uren door in de studio: trainen, oefenen, ideeen van de choreograaf
uitwerken... Het is een traag proces met eindeloze herhalingen. En sommige van deze
investeringen in tijd en energie leiden niet eens tot een voorstelling. Het is allemaal
zo praktisch, dat er vaak geen inspiratie aan te pas komt. Ik probeer gewoon oprecht
en met heel veel plezier te werken. Terwijl ik bezig ben, tracht ik over mijn eigen
grenzen heen te gaan. Natuurlijk voed ik mijzelf met elementen uit de buitenwereld:
gezongen muziek, een goede wijn, kinderen, het nieuws (de inauguratie van Nelson
Mandela maakte zoveel indruk op me), een beeld van Brancusi, Rothko, Bridget Riley,
andere dansers, docenten, de natuur... Ik kan niet precies uitleggen hoe het werkt.
Maar een ding weet ik zeker: als ik ga zitten wachten tot de inspiratie uit de hemel
op me neerdaalt, zal er van dansen bitter weinig komen...
Prachtig gezegd en grote
kunstenaars zijn degenen die in staat zijn de frisheid van hun eerste verwondering,
van die basale emotie terug te toveren op de planken. Ondanks al die uren saaie inspanning
zonder publiek. Theatermakers vinden hun bronnen van inspiratie overal. Hoe deze
geheime schatten het publiek uiteindelijk bereiken, blijft pure magie. Het Holland
Dance Festival wordt dit jaar dan ook indrukwekkender dan ooit. Ik wens u heel veel
plezier!
Chazia Mourali
Deze column verscheen in: Magazine Holland Dance Festival 2012.